Hoe voorkomt u langzaam spel?

1.       Als het uw beurt is om te slaan, zorg er dan voor dat u écht klaarstaat.

2.       Probeer de afstand in te schatten van uw bal naar het volgende punt als u ernaar

toe loopt. Dus niet als u er al bent.

3.       Tijdens datzelfde wandelingetje kunt u ook vast een club kiezen.

4.       Neem altijd een extra bal mee in uw broekzak. Als u twijfelt over het terugvinden

van uw bal, sla dan een provisionele bal.

5.       Klets niet te veel op de green, dat kan ook prima als u naar de volgende hole loopt

6.       Als u heeft uitgeholed, maak dan geen oefen putjes meer. De ander moet dan

wachten met de vlag en de flight achter u wil ook graag doorspelen.

7.       Vul de scorekaart in als u naar de volgende hole loopt, niet op de green.

8.       Les in de baan: niemand zit op uw advies te wachten, echt niemand.

9.       Zet uw tas of trolley aan de zijkant van de green neer in de richting van de volgende

hole. Als dit betekent dat u een stukje moet omlopen, doe het dan toch maar.

10.    Zoeken naar de bal ‘mag’ niet langer duren dan twee minuten, al zeggen de regels

dat u vijf minuten de tijd hebt. Bent u vastberaden toch die bal te vinden? Laat dan

meteen het groepje achter u door, ook als iemand alleen speelt.

11.   Als uw medespeler of tegenstander naar de bal gaat zoeken en u bent in de

mogelijkheid om eerst de bal te slaan, doe dat dan, ga daarna mee zoeken.

12.   U mag als eerste afslaan want u heeft de vorige hole gewonnen, maar u bent nog

niet gereed? Laat dan degene die wel klaarstaat voorgaan.

13.   In matchplay wedstrijden worden korte putjes gegeven. Hole dan niet uit en raap de

bal op.

14.   In stableford kunt u een bepaald aantal punten per hole verdienen. Heeft u dat aantal

reeds lang overschreden? Raap dan de bal op en loop met uw medespeler mee tot

hij of zij de hole afmaakt. Speel dus niet verder.

15.   Maak één proef swing voordat u slaat.

16.   Als u nog een korte put over heeft, maak ‘m dan in plaats van te merken.

17.   Telefoneer nooit in de baan, tenzij het een noodgeval is.

18.   Kijk naar de bal van de medespeler als hij slaat, zodat u weet waar hij, zij of u moet

zoeken.

19.   Let erop dat u de vlag bewaakt of eruit haalt als het nog niet uw beurt is om te putten.

Het is niet alleen beleefd, maar scheelt in tijd. En bekijk meteen uw lijntje als de

ander aan het putten is.

20.   ‘Wacht, wacht, ik sla er nog even eentje.’ Hoezo?

21.   Plons! Kwam uw bal in het water terecht? Lekker laten liggen.

22.   Loop door! Het is goed voor uw gezondheid en het scheelt stukken in tijd.